6 mythen die jou en mij voor de gek houden

ConsultancyLamp als symbool voor intelligentie

Wie of wat geeft precies ons het recht intelligent genoemd te worden? Sommige mensen geloven dat prestaties n.a.v. IQ-tests de gouden standaard zijn om intelligentie te bepalen. Anderen beweren dat aanpassingsvermogen aan de omgeving en weten hoe je “succesvol” kunt zijn, de maatstaf is van intellectuele bekwaamheid. Maar onderzoek leert ons dat slim zijn slechts gedeeltelijk gerelateerd is aan rationele probleemoplossing en een gezonde logische redenering. Om die reden nemen veel mensen die zichzelf omschrijven als intelligent, slechte en fatale beslissingen. Vaak omdat ze valse overtuigingen koesteren en vertrouwen op verkeerde informatie.

Overtuigingen beschouwen we als onjuist wanneer de opvattingen in strijd zijn met vastgesteld wetenschappelijk bewijs. Voorbeelden van veel voorkomende valse overtuigingen zijn onder meer het idee dat zelfmoord waarschijnlijker is tijdens de vakantieperiode. Of dat het overschakelen tussen verschillende soorten alcohol leidt tot meer bedwelming dan het drinken van één soort alcohol.

Valse overtuigingen

Ondanks wat jij wil geloven, werd elke bovenstaande verklaring als onjuist bewezen met wetenschappelijke gegevens. Personen die beslissingen baseren op valse overtuigingen, ondervinden vaak nadelige gevolgen. Waaronder financieel verlies, een slechte gezondheid en een gebrek aan psychologisch welzijn. Maar erger is nog natuurlijk, dat onze valse overtuigingen schade toebrengen aan anderen. Het analyseren van de vele redenen waarom ‘slimme’ mensen feiten afwijzen, voert te ver om hier te beschrijven. Maar de redenen omvatten vaak de invloed van cultuur en persoonlijke ervaring. Maar ook het onvermogen of de onwil om het bewijs te onderzoeken. Ook onze kuddementaliteit, waarbij acceptatie binnen een groep de geloofwaardigheid ondersteunt, helpt ons niet. Mensen zijn ook bestand tegen het opgeven van valse overtuigingen wanneer ze geen dwingende reden of urgentie zien om te veranderen. Of wanneer ze de gevolgen van het koesteren van een valse overtuiging gewoon niet door hebben.

Laten we eens kijken naar de meest hardnekkige en populaire mythen die de prestaties, het denken en de besluitvorming van een organisatie belemmeren.

1. Mensen zijn ongemotiveerd.

Misschien wel de meest voorkomende mythe op het gebied van motivatie is de vermeende afwezigheid van motivatie bij anderen. Onderzoek laat zien dat wanneer we suggereren dat anderen niet gemotiveerd zijn, we een ego-opblazend waardeoordeel creëren. Iets dat de persoonlijke eigenwaarde ten goede komt. Onze opvatting dat anderen niet gemotiveerd zijn, stelt ons in staat om de andere persoon te beoordelen als psychologisch inferieur aan onze eigen doelen en ambities.

In werkelijkheid bestaat er niet zoiets als ongemotiveerd zijn. Mensen worden op verschillende tijdstippen door verschillende dingen gemotiveerd en motivaties veranderen afhankelijk van de context, sociale omstandigheden en taak die voorhanden is.

2. Wilskracht is beperkt.

Jarenlang waren onderzoekers ervan overtuigd dat wilskracht, net als lichaamsbeweging, uithoudingslimieten had die de zelfbeheersing beïnvloedden. Een goed voorbeeld is een terughoudende lijner die, die na wekenlang snoep te hebben vermeden, een doos met donuts opeet en consumeert. Waarschijnlijk wanneer niemand kijkt.

Hoewel er bewijs is dat er beperkingen bestaan van zelfbeheersing, volharding en het weerstaan ​​van verleiding, suggereren recente bevindingen anders.
Bij een onderzoek bleek dat tijdens de afronding van vraagstukken bij IQ-tests, van deelnemers die dachten dat ze onbeperkte zelfbeheersing hadden, deze groep beter presteerden dan een vergelijkingsgroep van personen die dachten dat hun bekwaamheid in de loop van de tijd afnam. Met andere woorden, onze geest kan worden misleid door te geloven dat we de kracht hebben om te volharden.

3. Multitasking werkt

Tot ongenoegen van veel studenten, piloten en chauffeurs die tussendoor appen en sms’en, wordt het vermogen om te multitasken zonder de prestaties te beïnvloeden enorm overschat. Uit onderzoek blijkt dat er capaciteitsbeperkingen zijn bij het uitvoeren van cognitief veeleisende taken. Simpel gezegd: beperkte werkgeheugencapaciteit beperkt ons vermogen om meerdere taken tegelijkertijd uit te voeren.

Dit betekent dat we een aantal geautomatiseerde taken tegelijkertijd kunnen uitvoeren (zoals tanden poetsen en nadenken over wat we aan zullen trekken op het werk) en dat we snel kunnen schakelen tussen complexere taken zoals koken en tegen de kinderen commando’s roepen!
We kunnen en mogen echter niet tegelijkertijd proberen taken uit te voeren die precisie en gedetailleerdheid vereisen zonder een afname van de effectiviteit te verwachten.

4. Focus en aandacht verandert de intelligentie.

We zouden allemaal graag willen geloven dat elk genetisch bepaald kenmerk, zoals intelligentie, kan worden gewijzigd op basis van veel aandacht en focus.  Maar de voordelen van aandacht zijn beperkt. Aandacht besteden is noodzakelijk, maar niet voldoende om de genetische evolutie van vaardigheden en capaciteiten te bevorderen. Ongeacht het vaardigheidstype is 50 tot 70 procent van je talentpotentieel uitsluitend gebaseerd op genetica.

Recente onderzoeken geven aan dat genetische invloeden op cognitie worden gemaximaliseerd in meer voordelige sociaaleconomische omstandigheden.
Als we de interactie tussen genen en omgeving nauwkeurig onderzoeken, zien we dat kinderen die in armoede leven een duidelijk genetisch nadeel hebben, zelfs met ondersteunende en koesterende zorgverleners.

5. Intelligentie kan radicaal worden verbeterd.

Inderdaad kunnen we sommige aspecten van intelligentie verbeteren, maar omdat mensen in staat zijn om prestatieresultaten te manipuleren betekent dit nog niet dat prestaties geen grenzen kennen. Ten eerste is een belangrijke voorwaarde voor intellectuele groei het verwerpen van de overtuiging dat intelligentie vaststaat. De aspecten van intelligentie die we kunnen verbeteren zijn bijvoorbeeld: verwerkingssnelheid, probleemoplossende strategieën en geheugenverbetering. Daarnaast is er echter een veel kleinere kans op verbetering van de algehele IQ-testprestaties of werkgeheugencapaciteit.
Pas ook op voor marketingclaims van apps voor hersentraining. De vaardigheden die in de applicaties worden geoefend, zijn niet gemakkelijk overdraagbaar naar IQ-testprestaties.

6. We beoordelen nauwkeurig onze capaciteiten.

Mensen zijn veelal slecht in het inschatten van taakuitdagingen in overeenstemming met de feitelijke vaardigheid. We denken dat we dingen beter en sneller kunnen bereiken dan we doen en geloven vastberaden dat het geluk altijd aan onze kant zal staan. De overschatting van vaardigheid en bekwaamheid draagt ​​bij aan vaak onnauwkeurige percepties. Verrassend genoeg suggereert het Dunning-Kruger-effect dat hoe minder talent we hebben, hoe meer we onze vaardigheden overschatten. Het omgekeerde geldt ook, aangezien degenen die door maatschappelijke maatstaven van rijkdom, expertise en ervaring als experts worden gezien, de neiging hebben om hun capaciteiten en verwachte succes te onderschatten. Ondanks hun bewezen capaciteiten.

 

Koester je een van deze valse overtuigingen? Het meest waarschijnlijke antwoord is ja.  En volgens veel serieus te nemen onderzoek zullen jij en ik ondanks alle bewijzen onze overtuigingen maar wat graag blijven omarmen. Maar na het lezen van dit blog blijft er hopelijk wat knagen en zijn we wat minder stellig!

Meer weten?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang wekelijks informatieve en inspirerende e-mails!

New call-to-action

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn aangegeven met *

Plaats reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.