Management kan worden gedefinieerd als het proces van het beheren, controleren en besturen van de organisatie. Ongeacht de aard, het type, de structuur en de omvang ervan. Het is een daad van creëren en onderhouden van de zakelijke omgeving waarin de leden van de organisatie kunnen samenwerken en zakelijke doelstellingen efficiënt en effectief kunnen worden bereikt.
Het management fungeert als een gids voor een groep mensen die in de organisatie werken en hun inspanningen coördineren om het gemeenschappelijke doel te realiseren. Met andere woorden, het gaat om het optimaal inzetten van: de mens, machine, materiaal, geld en methoden. Dat lukt alleen als er een goede sturing, afstemming en integratie van de processen en activiteiten is om de gewenste resultaten te bereiken.
7 belangrijke kenmerken van management
- Universeel: Alle organisaties, of ze nu winstgevend zijn of niet, hebben management nodig voor het beheer van hun activiteiten. Daarom is het universeel van aard.
- Doelgericht: Elke organisatie is opgezet met een vooraf bepaald doel en het management helpt om die doelen tijdig en soepel te bereiken.
- Continu proces: Het is een continu proces dat de neiging heeft om voort te duren zolang de organisatie bestaat. Het is vereist op elk gebied van de organisatie, of het nu gaat om productie, human resources, financiën of marketing.
- Multidimensionaal: Management beperkt zich niet alleen tot de administratie van mensen, maar beheert ook werk, processen en operaties, waardoor het een multidisciplinaire activiteit is.
- Groepsactiviteit: Een organisatie bestaat uit verschillende leden die verschillende behoeften, verwachtingen en overtuigingen hebben. Iedereen komt met een ander motief bij de organisatie, maar nadat hij onderdeel is geworden van de organisatie, werken ze aan hetzelfde doel. Het vraagt om supervisie, teamwork en coördinatie en zo komt het management in beeld.
- Dynamische functie: Een organisatie bestaat in een zakelijke omgeving met verschillende factoren, zoals sociale, politieke, juridische, technologische en economische. Een kleine verandering in een van deze factoren zal de groei en prestaties van de organisatie beïnvloeden. Om deze veranderingen het hoofd te bieden, formuleert het management strategieën en implementeert deze.
- Immateriële kracht: Management kan niet worden gezien of aangeraakt, maar men kan het bestaan ervan voelen, in de manier waarop de organisatie functioneert.
Alle functies, activiteiten en processen van de organisatie zijn namelijk met elkaar verbonden. En het is de taak van het management om ze zo bij elkaar te brengen dat ze helpen om het beoogde resultaat te bereiken.
De 3 managementniveaus
- Management op topniveau:
Dit is het hoogste niveau in de organisatorische hiërarchie, waaronder de Raad van Bestuur en Chief Executives. Zij zijn verantwoordelijk voor het definiëren van de doelstellingen, het formuleren van plannen, strategieën en beleid. - Middle-Level Management:
Het is het tweede en belangrijkste niveau op de bedrijfsladder, omdat het een link creëert tussen het top- en lager management. Het omvat afdelings- en divisiehoofden en managers die verantwoordelijk zijn voor het implementeren en controleren van plannen en strategieën die de topmanagers formuleren. - Beheer op lager niveau:
Ook wel functioneel of operationeel niveaubeheer genoemd. Het omvat eerstelijnsmanagers, voorman, supervisors. Omdat het management op een lager niveau rechtstreeks contact heeft met de werknemers, speelt het een cruciale rol in de organisatie. Dit omdat het helpt bij het verminderen van verspilling en inactiviteit van de werknemers, waardoor het de kwaliteit en kwantiteit van de output kan verbeteren.
De drie managementniveaus vormen de managementhiërarchie, die de positie en rang van leidinggevenden en managers in de grafiek weergeeft.
Functies in management
- Planning: Het is de eerste en belangrijkste functie van het management, d.w.z. vooraf beslissen wat er in de toekomst moet gebeuren. Het omvat het formuleren van beleid, het vaststellen van doelen, het plannen van acties, enzovoort.
- Organiseren: Zodra de plannen zijn geformuleerd, is de volgende stap het organiseren van de activiteiten en middelen, zoals het identificeren van de taken, het classificeren ervan, het toewijzen van taken aan werknemers en het toewijzen van de middelen.
- Staffing: Het gaat om het inhuren van personeel voor het uitvoeren van verschillende activiteiten van de organisatie. Het moet ervoor zorgen dat de juiste persoon op de juiste plaats wordt aangesteld.
- Regie: Het is de taak van de manager om de werknemers te begeleiden, te begeleiden, te leiden en te motiveren. Maar ook om ervoor te zorgen dat ze in de goede richting werken, voor zover het de doelstellingen van de organisatie betreft.
- Controlling: De controlerende functie van het management omvat een aantal stappen die moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de prestaties van de werknemers volgens plan verloopt. Het gaat om het vaststellen van prestatienormen om vervolgens deze te vergelijken met de werkelijke prestaties. In het geval van eventuele variaties, moeten de noodzakelijke stappen worden ondernomen voor de correctie ervan.
Coördinatie is een belangrijk kenmerk van management. Het houdt in dat de activiteiten, processen en operaties van de organisatie worden geïntegreerd en de inspanningen worden gesynchroniseerd. Dit zorgt er weer voor dat elk element van de organisatie bijdraagt aan het succes ervan.
De 4 bouwstenen voor elke manager
Je kunt alles weten over management, maar dat maakt je nog geen effectieve manager. We hebben 1. kennis en 2. vaardigheden nodig. Maar ook de juiste 3. motivatie en het gewenste 4. gedrag is nodig om te excelleren in je management rol. De eerste twee (1-2) gaan over het juiste weten en kunnen. De laatste twee (3-4) gaan over het juiste doen door gedrag en motivatie.
Management faalt als we onszelf overschatten en met de verkeerde motivatie in een managementrol stappen. Een effectieve en succesvolle manager begrijp dat hij structureel zal moeten werken aan kennis en vaardigheden. Maar is zich ook bewust dat zijn intrinsieke motivatie en persoonlijk gedrag bepalend is om het verschil te maken.
Zit jij in een managementrol?
Spiegel je dan eens met deze 4 bouwstenen. Wat doe je aan het verwerven van kennis? En ben je in staat om dat wat je weet te ontwikkelen in de praktijk? Hoe zit het met jouw persoonlijke motivatie. Zijn je drijfveren intrinsiek gedreven en aantoonbaar gebaseerd op talent? En wie ben je als er niemand kijkt? Wat zijn je waarden en ben je in staat deze om te zetten in gewenst managementgedrag?
Een management positie is nooit ‘appeltje eitje’. Het is dagelijks werken aan deze 4 bouwstenen en hier plezier aan beleven. Vooral dat laatste is misschien nog wel de belangrijkste graadmeter om na te gaan of je wel op je plaats zit.
Maak werk van je managementrol. Kies voor persoonlijke ontwikkeling door structureel te kiezen voor opleiding en training. Blijf schaven en schuren. Zoek een coach en maak je beschikbaar voor een confronterende kijk in de spiegel van jouw persoonlijke gedrag versus organisatie en medewerkers. Want als manager ben je nooit af. Nooit!
