Arbeidsdeskundig advies

Indien jij ziek bent geweest en/of een ongeval hebt gehad, kan het moeilijk zijn om de juiste balans te vinden op het werk. Je voelt je bijvoorbeeld niet 100% beter, maar bent wel in staat om iets te doen. Het kan voor jou dan lastig zijn om te bepalen hoe je het werk weer oppakt.

De taak van een arbeidsdeskundige is het onderzoeken van arbeidsongeschiktheid. De arbeidsdeskundige heeft als taak om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor werkhervatting. Hij of zij kijkt dan samen met jou naar de mogelijkheden binnen of buiten de organisatie.

Arbeidsdeskundig onderzoek

De arbeidsdeskundige start een onderzoek om een aantal belangrijke vragen te beantwoorden, namelijk:

  1. Is het eigen werk van de medewerker nog passend?
  2. Is er een mogelijkheid om het werk met voorzieringen en/of aanpassingen passend te maken?
  3. Zo niet, welke werkzaamheden zijn dan wel passend (buiten de organisatie)?

Het moment waarop dit onderzoek wordt ingezet verschilt per casus. Maar is vooral belangrijk als de medewerker ongeveer een jaar niet haar of zijn eigen werk kan uitvoeren. Op dat moment kiest de bedrijfsarts er meestal ook voor om een arbeidsdeskundige in te schakelen.

De bedrijfsarts stelt een FML (Functionele Mogelijkheden List) op. De FML geeft weer op welke onderdelen de medewerker (medische) beperkingen ondervindt. Maar bijvoorbeeld ook hoe ernstig deze beperkingen zijn. Dit document is voor de arbeidsdeskundige het uitgangspunt voor het onderzoek. De volgende vragen komen dus terug in dit onderzoek:

Is het eigen werk van de medewerker nog passend?

In dit onderdeel gaat de arbeidsdeskundige vooral in op de ‘belasting’ van het werk. ‘Wat moet je psychisch en fysiek kunnen, om een bepaalde functie uit te voeren?’ Het functieprofiel van de medewerker kan hiervoor een goed uitgangspunt zijn. De vastgestelde belasting van de functie wordt vergeleken met de belastbaarheid. Dus wat kan de medewerker?

Dit is door de bedrijfsarts vastgelegd in de FML. De arbeidsdeskundige benoemt de knelpunten en trekt hieruit een conclusie. Hierna vinden gesprekken plaatst met de medewerker en de leidinggevende. En ten slotte gaat de arbeidsdeskundige langs op de werkplek.

Kan het werk met voorzieningen en/of aanpassingen passend worden gemaakt?

De arbeidsdeskundige onderzoekt of de knelpunten op te lossen zijn met een voorziening of aanpassing in het werk. Ook in dit onderdeel vinden er gesprekken plaats met de medewerker en leidinggevende. Indien beide partijen geen oplossingen kunnen aandragen, onderzoekt de arbeidsdeskundige zelf de oplossingen. Deze worden dan aan de werkgever voorgesteld. Als er voor een voorziening subsidiemogelijkheden bij het UWV zijn, zal dat worden meegenomen in het advies.

Welke werkzaamheden zijn voor de werknemer wel passend (buiten de organisatie)?

Het is niet altijd mogelijk om met aanpassingen of voorzieningen het werk passend te maken. De arbeidsdeskundige moet dan onderzoeken welke werkzaamheden wel passend zijn. Dit kan eventueel ook buiten de organisatie zijn.

Het uitgangspunt hierbij is opleiding, werkervaring en werk –en denkniveau. Maar natuurlijk ook de beperkingen, zoals verwoord in de FML. Dit onderdeel verloopt meestal via het internet. In het advies staat uiteindelijk welke stappen gezet kunnen worden om de medewerker te begeleiden bij het vinden van een passende functie.

UWV

Bij een WIA-aanvraag zal het UWV beoordelen in hoeverre de werkgever en werknemer voldoende re-integratie inspanningen hebben verricht. Daarbij is een arbeidsdeskundig onderzoek een essentieel onderdeel.

Werkwijze

Ieder arbeidsonderzoek is uniek, maar in grote lijnen worden de volgende stappen gezet:

  • Inventarisatie:
    Dit bestaat uit gesprekken met de bedrijfsarts over de functie, de organisatie en evt. Andere functies. Maar ook over het verloop, functionering, visie op mogelijkheden en oplossingen.
  • Gesprekken over de functie:
    Met name de knelpunten, werk en opleiding, eigen visie op mogelijkheden en oplossingen
  • Bedrijfsonderzoek:
    Inventarisatie van mogelijkheden binnen de eigen organisatie
  • Analyse en rapport:
    Terugkoppeling naar betrokkenen en maken van afspraken voor het vervolg
  • Indien nodig: overleg met UWV, arbodienst en voorlichting over premies en subsidies.
  • Globale tijdsbesteding: 2-3 dagdelen.

Vragen?

Voor meer informatie kun je ook contact met ons opnemen door te bellen of te e-mailen.

Vraag gratis informatie aan

Volg ZAKENWIJZER op LinkedIn en blijf op de hoogte!